Overzicht van de transformatie van bestandsgebaseerde data naar een datadoel
Gegevens opgeslagen in een bestand, bijvoorbeeld semi-gestructureerd zoals: XML, XLS, JSon, edifact enz. Ongestructureerd zoals Word, Tekst enz.
Datadoel gebaseerd op een gestandaardiseerd datamodel. Op basis van dit model en de meegeleverde data-entiteiten kunnen één of meerdere interfaces voor de consument worden geïmplementeerd.
Beschrijving van de gegevensbronnen in het algemeen. Is een aggregatie van specifieke typen gegevensbronnen. Deze generieke databron is aan het model toegevoegd om associaties met generieke eisen en uitgangspunten mogelijk te maken
Gegevensentiteiten opgeslagen in een relationele (staging) database
X-drive is de Duitse fileshare voor het uitwisselen van gegevens tussen oplossingen. Het wordt momenteel gebruikt in de RES-usecase
Axway wordt geïntroduceerd als nieuwe bouwsteen voor beheerde bestandsoverdracht. Het kan worden gebruikt voor bestandsoverdracht waarvoor extra functionaliteit nodig is, zoals logboekregistratie en beveiliging
Laadfunctionaliteit voor het overbrengen van de gegevens naar een gegevensdoel en laad deze daar. Dit kan een ETL-proces zijn of de implementatie in een berichtenhandler
Transformatie van relationele data-entiteiten (opgeslagen in een relationele database) naar het gestandaardiseerde datadoel.
Transformatie van een databestand (meestal semi-gestructureerd), bijvoorbeeld een XML-bestand met een intern datamodel dat getransformeerd moet worden naar het gestandaardiseerde model.
Workflowmanagement voor de planning en iteratie van transformatietaken
Voor de transformatie van bron- naar doeldatamodellen moet een beschrijving van de data-elementen worden gemodelleerd.
Fysisch model voor de beschrijving van een technisch implementatiemodel. Dit is platformspecifiek en wordt gebruikt voor het maken van SQL DDL- en ETL-scripts en uiteindelijk voor technische documentatie.
Transformatiefunctie van het specifieke brondatamodel naar het gestandaardiseerde doeldatamodel. Dit kan een model- of een protocoltransformatie zijn. Vaak is deze transformatie onderverdeeld in substappen en deze substappen zullen worden geanalyseerd en gemodelleerd in de architectuur van een specifieke datapipe-implementatie en componenten
Transformatiefunctionaliteit voor het transformeren van de data-inhoud van een (applicatie)specifiek datamodel naar een generiek datamodel op basis van een gestandaardiseerd datamodel (zie de servicediagrammen). Dit kan worden geïmplementeerd in een ETL-transformatieproces of in een berichtenhandler, bijvoorbeeld in een servicebus.
Extraheerfunctionaliteit voor het ontvangen van gegevens uit de bronsystemen. Deze heeft een XML-formaat en de bron is een webservice of een XML-bestand. De gegevens worden geëxtraheerd en voorbereid om te worden getransformeerd
Het logische of conceptuele model is abstract van aard en staat daarom onafhankelijk van het implementatieplatform. In de meeste gevallen moet dit model leesbaar zijn voor niet-IT-stakeholders.