Een applicatiefunctie vertegenwoordigt geautomatiseerd gedrag dat kan worden uitgevoerd door een applicatiecomponent. Een applicatiefunctie beschrijft het interne gedrag van een applicatiecomponent. Indien dit gedrag extern wordt blootgesteld, gebeurt dit via een of meer services. Een applicatiefunctie kan een of meer applicatieservices realiseren. Applicatieservices van andere applicatiefuncties en technologieservices kunnen een applicatiefunctie bedienen. Een applicatiefunctie kan toegang krijgen tot dataobjecten. Een applicatiecomponent kan worden toegewezen aan een applicatiefunctie (wat betekent dat de applicatiecomponent de applicatiefunctie uitvoert).
Naamgevingsconventies
Gebruik: werkwoord. Voorbeeld: Factureren, Zoeken, Indexeren.