De passie van een architect

Enige tijd geleden lag er een uitnodiging voor het SDC op de deurmat. SDC is de Software Developers Conference, een tweedaags congres voor software engineers. Voor de echte ontwikkelaar een must om aan deel te nemen. Ook ik ben daar vele malen geweest en ik kijk met nostalgie terug op deze events. Extra was dat je bij het congres kon overnachten. Dat werd door velen gedaan en het draaiboek was altijd hetzelfde. Hoe later het werd, hoe meer de discussie ging in de richting van de "battle of the languages".

Deze strijd werd vol passie gevoerd en ging altijd over het verschil tussen de verschillende programmeertalen. Dat waren altijd zeer gepassioneerde discussies waarbij het zomaar kon dat de emoties hoog opliepen. Die discussie, daar deed ik altijd graag aan mee, de emotie heb ik nooit zo goed begrepen.

Ongeveer in dezelfde periode van het jaar is het LAC het event voor de enterprise architecten van Nederland. Ook daar ben ik meerdere keren geweest. De opzet is vergelijkbaar, ook daar kun je 's avonds met elkaar in gesprek. Er is een verschil, de discussie over de talen, die heb ik nog nooit meegemaakt. Hoe kan dat? Hebben enterprise architecten geen passie voor hun talen?

Toch wel denk ik, grote verschil is denk ik de intensiteit van het taalgebruik. Voor een software ontwikkelaar wordt zijn werk voor een heel groot deel bepaald door de taal en de tools rond deze taal. Productiviteit wordt gehaald uit het op efficiente wijze inzetten van deze taal en de bijbehorende hulpmiddelen.

Vanzelfsprekend zijn talen en methoden als Archimate en Togaf belangrijk in de dagelijkse activiteiten van een architect, maar het is wel veel minder indringend aanwezig. Het maakt maar een beperkt deel uit van onze dagelijks werk. Interactie met de stakeholders daar liggen de kernactiviteiten voor velen.

De passie is er wel denk ik, maar de emotie is minder omdat de werkzaamheden minder taalgebonden zijn.