Beschrijvende data architectuur logisch

In dit diagram wordt de datamodelleervorm basis UML klassenmodel beschreven als modelleerwijze voor logische datamodellering. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere modelleervormen. Voor het modelleren van informatie of data is het logisch datamodel. Hierbij is het van belang dat het uitgangspunt is, dat het de structuur van gegevens beschrijft. Het logisch datamodel vereist een aantal eigenschappen die ervoor zorgen dat de modellen relatief eenvoudig kunnen blijven (zeker bij basis modellen) maar toch veel zeggingskracht hebben. Dat maakt dat ze geliefd zijn in veel situaties in de informatievoorziening.

Diagram in standaardweergave

Logische modelleer- en naamgevingsconventie

  • Modellering binnen UMLclass diagram gebaseerd op Class en Enumaratie stereotypen Uitwerking op een beperkte set van concepten uit de UML statische modellering.
  • Logische entiteit is een zelfstandig naamwoord Naamgevingsconventie dat entiteiten een zelfstandig naamwoord is
  • Logische entiteit is in enkelvoud Logische datamodelling is (arbitrair) gekozen voor enkelvoud.
  • Logische entiteiten worden aan elkaar gerelateerd met een UML associatie
  • Logische UML associatie heeft een werkwoord als naam Er wordt een werkwoord opgegeven, niet op basis van een rolnaam aan beide zijden van de relatie
  • UML associatie beschrijft onder- en bovengrens cardinaliteiten (meervoudigheid) aan beide zijden van de connector Cardinaliteiten meestal op basis van 0..1, 1..1, 1..*, 0..*.
  • Specialisatie in het LDM is een is-een relatie conform definitie in CDM Hiermee wordt een hiërarchie geïntroduceerd voor modellering
  • Aggregatie in het LDM is een heeft-een relatie conform definitie in het CDM Groepering en clustering van elementen met een aggregatie.
  • Logische entiteit heeft een definitie Definitie is een tekstuele verklaring van de betekenis van het element
  • Attributen hebben een beschrijvende naam In een Nederlandse beschrijving zonder beperkingen vanuit de technologie
  • Attributen kunnen een definitie hebben Kan een attribuut meedere betekenissen hebben dan is een defiiniie noodzakelijk
  • Attribuut heeft een datatype of een enumeratie naam als datatype Maak gebruik van een standaardlijst van datatypes, bijvoorbeeld de VB datatypes is een mooi startpunt voor datatypes.
  • Attribuut kan een scope hebben als de scope gedefinieerd is in het metamodel Scope wordt alleen gebruikt als dit toegevoegde waarde heeft voor de context van de organisatie.
  • Attribuut kan een onder en boven cardinaliteit hebben (default is 1..1) en 0..1 Meervoudigheid van attributen zelfde opzet als bij de relaties. Met name om de optionaliteit van attributen te definieren.
  • Enumeraties op een attribuut worden gebruikt voor domeinspecificatie Modeldetaillering voor het toepassen van een regel op basis van een domein voor een attribuut
  • Voor attributen kunnen naast enumeraties ook geaggregeerde attribuuttypen of complextypes worden gebruikt Complextypes kunnen gebruikt worden om de leesbaarheid van een model of diagram te kunnen vereenvoudigen.
  • Modelleer specialisaties uit als deze eigen attributen of eigen relaties heeft Dit wordt toegepast als refactorings aspect om in het model gebruik te maken van de specialisaties om dit eenvoudig leesbaar te houden.


Details van Logische modelleer- en naamgevingsconventie