Zoek trefwoord in element

(SMS) Signalering

Interface voor het verzenden van signalen aan de relevante actoren (beheerders, security officers e.d.) SMS signalering is een voorbeeld van deze interface

Actor

Een Business Actor vertegenwoordigt een bedrijfsentiteit die in staat is om gedrag te vertonen. Doorgaans vertoont een Business Actor het gedrag dat is toegewezen aan een of meer Business Roles. Het is belangrijk om de actor te onderscheiden van de rol, omdat een Business Actor meer dan één Business Role kan vervullen en een Business Role door meer dan één Business Actor kan worden vervuld. Business Actors zijn mensen, afdelingen en bedrijfseenheden. Het kunnen individuen of groepen zijn.
Naamgevingsconventies:
Gebruik Zelfstandig naamwoord bijvoorbeeld Rijksmedewerker, Bedrijf, Burger. Vermijd Gebruiker, systeem.

Actor

Naamgevingconventie:
Gebruik Zelfstandig naamwoord bijvoorbeeld Rijksmedewerker, Bedrijf, Burger. Vermijd Gebruiker, systeem

Analytisch denken

Analytische vaardigheden vormen een belangrijk onderdeel van de rol van data-architect. Het betekent dieper en dieper graven totdat de ware situatie aan het licht komt en het echte probleem is gedefinieerd. Het gaat om het doorzoeken van vaak tegenstrijdige gegevens en bepalen waar gegevens relevante inzichten opleveren en waar dit niet het geval is. Het betekent geen genoegen nemen met het voor de hand liggende, dingen niet voor waar aannemen en geen overhaaste conclusies trekken. Analytisch denken houdt ook in dat de resultaten van de analyse worden gepresenteerd in een vorm die geschikt is voor de relevante belanghebbenden. En het houdt in dat de ontvangen wijsheid bij elke beurt wordt uitgedaagd: vraag 'Waarom doe je dit?' 'Wat heeft het voor meerwaarde?' 'Waar wordt het gedaan?' 'Hoe is het gedaan?' 'Wie is of moet verantwoordelijk zijn?' 'Wanneer moet het gebeuren?' 'Is er een andere manier om dit te doen?' Sommige analisten lijken te geloven dat de rol van de data-architect eenvoudig is en bestaat uit het vastleggen van wat het bedrijfspersoneel zegt dat ze willen en het doorgeven van deze 'vereisten' aan een ander team voor levering. Deze aanpak kan echter niet de vruchten plukken van een goede analyse.

Analytisch denken betekent echter niet dat elke situatie eindeloos wordt geanalyseerd, wat aanzienlijke middelen en inspanningen vergt, aangezien een ander belangrijk element van deze competentie is dat degenen die analytisch kunnen denken, in staat zijn om het analyseniveau te beoordelen dat nodig is voor een specifieke situatie. Dit betekent niet dat u kortere wegen moet nemen bij de analyse; Het betekent wel dat we de belangrijkste factoren en de contextuele beperkingen moeten herkennen en ervoor moeten zorgen dat de analyse voldoende is om de zakelijke problemen aan te pakken zonder te proberen alles te analyseren.

Architectuur modellen voor data gebruik

Uitwerken van architectuur modellen van de bovengenoemde generieke entiteiten in relatie tot de andere architectuur concepten als functies, processen, actoren en componenten.

Architectuur modellen voor data gebruik

Uitwerken van architectuur modellen van de bovengenoemde generieke entiteiten in relatie tot de andere architectuur concepten als functies, processen, actoren en componenten.

Bedrijfsdata landschap

Het bedrijfsdatalandschap verbindt data objecten in een conceptueel data model en legt daarbij een verbinding naar bedrijfsactiviteiten en de - actoren betrokken bij de uitvoering van deze bedrijfsactiviteiten. Hiervoor worden een aantal diagrammen uitgewerkt op basis van ArchiMate.

Beperk inzet van replica's

Beperken van replica’s. Actualiteit van gegevens wordt door replica’s negatief beïnvloed. Zeker bij de aanwezigheid van meerdere replica’s van een gegevensset is de laatst bijgewerkte replica de beperkende factor. Zeker in combinatie met vertragende interactievormen zoals batches e.d.

Beperk inzet van replica's

Beperken van replica’s. Actualiteit van gegevens wordt door replica’s negatief beïnvloed. Zeker bij de aanwezigheid van meerdere replica’s van een gegevensset is de laatst bijgewerkte replica de beperkende factor. Zeker in combinatie met vertragende interactievormen zoals batches e.d.

Business Interface

Een Business Interface vertegenwoordigt een toegangspunt waar een bedrijfsservice beschikbaar wordt gesteld aan de omgeving. Een Business Interface stelt de functionaliteit van een bedrijfsservice beschikbaar aan andere bedrijfsrollen of actoren. Het wordt vaak een kanaal genoemd (telefoon, internet, lokaal kantoor, enz.). Dezelfde bedrijfsservice kan via verschillende interfaces beschikbaar worden gesteld. Een Business Interface kan deel uitmaken van een bedrijfsrol of actor via een compositierelatie, en een Business Interface kan een bedrijfsrol bedienen.
Naamgevingsconventies
Gebruik: Zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: Loket, telefoon, e-mail, formulier en internet.

Business Role

Een bedrijfsrol vertegenwoordigt de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van specifiek gedrag waaraan een actor kan worden toegewezen, of de rol die een actor speelt in een bepaalde actie of gebeurtenis. Een bedrijfsrol kan door meer dan één bedrijfsactor worden vervuld. Omgekeerd kan een bedrijfsactor meer dan één bedrijfsrol vervullen. Bijvoorbeeld, gegeven een bepaalde docent, kunnen hun rollen die in de domeinen omvatten. Een bedrijfsrol bestaat doorgaans binnen een organisatie, ongeacht of een bepaalde actor deze vervult of niet.

Business Service

Een Business Service vertegenwoordigt expliciet gedefinieerd gedrag dat een Business Rol, Business Actor of Business Collaboration aan zijn omgeving blootstelt. Een Business Service wordt gedefinieerd als de extern zichtbare (logische) functionaliteit die betekenisvol is voor de omgeving en wordt gerealiseerd door bedrijfsgedrag (Business Process, Business Function of Business Interaction). Een Business Service stelt de functionaliteit van Business Rollen of Collaborations beschikbaar aan hun omgeving. Deze functionaliteit is toegankelijk via een of meer bedrijfsinterfaces.
Naamgevingsconventies
Gebruik: Zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: Samenwerking, Berichtuitwisseling Extra: Naam uit de PDC (ing-vorm).

Constraint

Een beperking is een factor die de realisatie van doelen beperkt. In tegenstelling tot een vereiste schrijft een beperking niet de beoogde functionaliteit van het systeem voor, maar legt het een beperking op aan de manier waarop het werkt of gerealiseerd kan worden. Dit kan een beperking zijn aan de implementatie van het systeem (bijvoorbeeld specifieke technologie die gebruikt moet worden) of een beperking aan het implementatieproces (bijvoorbeeld tijd- of budgetbeperkingen).
Naamgevingsconventies
Gebruik: Korte titel
Code in attribuut Alias
Bijvoorbeeld: Gebruik JAVA voor maatwerk software

CRUD

CRUD staat voor Create, Read, Update en Delete en de matrix geeft aan wie deze bewerkingen op een data entiteit mag uitvoeren. Het is daarmee een eenvoudig hulpmiddel om inzichtelijk te maken wat enerzijds de autorisaties zijn van bepaalde entiteiten zoals rollen, actoren maar ook bedrijfsfuncties en -processen. Anderzijds kan de matrix gebruikt worden welke bewerking door een bepaalde entiteit wordt uitgevoerd, waarbij het niet de autorisatie aspecten belicht maar meer ingaat op de dynamische kenmerken van gedragsentiteiten op de gegevensentiteiten
CRUD matrices zijn voor verschillende doeleinden te gebruiken, waarbij opvallend is dat dit zowel in de ontwikkelfase als in de beheerfase hulp biedt. Als laatste is te noemen dat de CRUD matrix op meerdere abstractieniveaus toegepast kan worden.

Dashboards

Interface voor dashboard toepassingen, dashboards signaleren verschillende actoren met name op het vlak van afwijkingen van een gedefinieerde standaard

Data eigenaar specifiek

Wil je een data eigenaar specifiek benoemen, bijvoorbeeld door de naam van een medewerker binnen een rol te beschrijven dan is dit mogelijk met een specifieke verwijzing naar een actor voor de data eigenaar rol. Dit vraagt wel een extra beheerinspanning omdat in veel organisaties de actoren geregeld veranderen van rol in de organisatie.

Data Factories

Data Factory

Data steward specifiek

Wil je een data steward specifiek benoemen, bijvoorbeeld door de naam van een medewerker binnen een rol te beschrijven dan is dit mogelijk met een specifieke verwijzing naar een actor voor de data steward rol. Dit vraagt wel een extra beheerinspanning omdat in veel organisaties de actoren geregeld veranderen van rol in de organisatie.

Logische modelleer- en naamgevingsconventie


  • Modellering binnen UMLclass diagram gebaseerd op Class en Enumaratie stereotypen
    Uitwerking op een beperkte set van concepten uit de UML statische modellering.

  • Logische entiteit is een zelfstandig naamwoord
    Naamgevingsconventie dat entiteiten een zelfstandig naamwoord is

  • Logische entiteit is in enkelvoud
    Logische datamodelling is (arbitrair) gekozen voor enkelvoud.

  • Logische entiteiten worden aan elkaar gerelateerd met een UML associatie

  • Logische UML associatie heeft een werkwoord als naam
    Er wordt een werkwoord opgegeven, niet op basis van een rolnaam aan beide zijden van de relatie

  • UML associatie beschrijft onder- en bovengrens cardinaliteiten (meervoudigheid) aan beide zijden van de connector
    Cardinaliteiten meestal op basis van 0..1, 1..1, 1..*, 0..*.

  • Specialisatie in het LDM is een is-een relatie conform definitie in CDM
    Hiermee wordt een hiërarchie geïntroduceerd voor modellering

  • Aggregatie in het LDM is een heeft-een relatie conform definitie in het CDM
    Groepering en clustering van elementen met een aggregatie.

  • Logische entiteit heeft een definitie
    Definitie is een tekstuele verklaring van de betekenis van het element

  • Attributen hebben een beschrijvende naam
    In een Nederlandse beschrijving zonder beperkingen vanuit de technologie

  • Attributen kunnen een definitie hebben
    Kan een attribuut meedere betekenissen hebben dan is een defiiniie noodzakelijk

  • Attribuut heeft een datatype of een enumeratie naam als datatype
    Maak gebruik van een standaardlijst van datatypes, bijvoorbeeld de VB datatypes is een mooi startpunt voor datatypes.

  • Attribuut kan een scope hebben als de scope gedefinieerd is in het metamodel
    Scope wordt alleen gebruikt als dit toegevoegde waarde heeft voor de context van de organisatie.

  • Attribuut kan een onder en boven cardinaliteit hebben (default is 1..1) en 0..1
    Meervoudigheid van attributen zelfde opzet als bij de relaties. Met name om de optionaliteit van attributen te definieren.

  • Enumeraties op een attribuut worden gebruikt voor domeinspecificatie
    Modeldetaillering voor het toepassen van een regel op basis van een domein voor een attribuut

  • Voor attributen kunnen naast enumeraties ook geaggregeerde attribuuttypen of complextypes worden gebruikt
    Complextypes kunnen gebruikt worden om de leesbaarheid van een model of diagram te kunnen vereenvoudigen.

  • Modelleer specialisaties uit als deze eigen attributen of eigen relaties heeft
    Dit wordt toegepast als refactorings aspect om in het model gebruik te maken van de specialisaties om dit eenvoudig leesbaar te houden.

Logische modelleer- en naamgevingsconventie


  • Modellering binnen UMLclass diagram gebaseerd op Class en Enumaratie stereotypen
    Uitwerking op een beperkte set van concepten uit de UML statische modellering.

  • Logische entiteit is een zelfstandig naamwoord
    Naamgevingsconventie dat entiteiten een zelfstandig naamwoord is

  • Logische entiteit is in enkelvoud
    Logische datamodelling is (arbitrair) gekozen voor enkelvoud.

  • Logische entiteiten worden aan elkaar gerelateerd met een UML associatie

  • Logische UML associatie heeft een werkwoord als naam
    Er wordt een werkwoord opgegeven, niet op basis van een rolnaam aan beide zijden van de relatie

  • UML associatie beschrijft onder- en bovengrens cardinaliteiten (meervoudigheid) aan beide zijden van de connector
    Cardinaliteiten meestal op basis van 0..1, 1..1, 1..*, 0..*.

  • Specialisatie in het LDM is een is-een relatie conform definitie in CDM
    Hiermee wordt een hiërarchie geïntroduceerd voor modellering

  • Aggregatie in het LDM is een heeft-een relatie conform definitie in het CDM
    Groepering en clustering van elementen met een aggregatie.

  • Logische entiteit heeft een definitie
    Definitie is een tekstuele verklaring van de betekenis van het element

  • Attributen hebben een beschrijvende naam
    In een Nederlandse beschrijving zonder beperkingen vanuit de technologie

  • Attributen kunnen een definitie hebben
    Kan een attribuut meedere betekenissen hebben dan is een defiiniie noodzakelijk

  • Attribuut heeft een datatype of een enumeratie naam als datatype
    Maak gebruik van een standaardlijst van datatypes, bijvoorbeeld de VB datatypes is een mooi startpunt voor datatypes.

  • Attribuut kan een scope hebben als de scope gedefinieerd is in het metamodel
    Scope wordt alleen gebruikt als dit toegevoegde waarde heeft voor de context van de organisatie.

  • Attribuut kan een onder en boven cardinaliteit hebben (default is 1..1) en 0..1
    Meervoudigheid van attributen zelfde opzet als bij de relaties. Met name om de optionaliteit van attributen te definieren.

  • Enumeraties op een attribuut worden gebruikt voor domeinspecificatie
    Modeldetaillering voor het toepassen van een regel op basis van een domein voor een attribuut

  • Voor attributen kunnen naast enumeraties ook geaggregeerde attribuuttypen of complextypes worden gebruikt
    Complextypes kunnen gebruikt worden om de leesbaarheid van een model of diagram te kunnen vereenvoudigen.

  • Modelleer specialisaties uit als deze eigen attributen of eigen relaties heeft
    Dit wordt toegepast als refactorings aspect om in het model gebruik te maken van de specialisaties om dit eenvoudig leesbaar te houden.

Metadata

Data patronen zijn generieke oplossingen voor frequent terugkerende meta data problemen. Voor dataverwerking en -vergaring is dit kenmerkend rond meta data. Dataverwerking en -transformatie is van zichzelf al een uitdaging. De behoefte om op adequate wijze ook de meta data te verzamelen en te registreren is daarmee een extra complicerende factor. In onderstaande paragrafen worden daarom een aantal kenmerkende meta data patronen beschreven.

Modelleer en naamgevingsconventie RASCI


  • Model uitgewerkt op basis van ArchiMate concepten
    Voor dit model wordt gebruik gemaakt van ArchiMate concepten die reeds uitgewerkt zijn in andere architecuurmodellen.

  • Betrokkenen als ArchiMate Business Role
    Voor de betrokkenen wordt gebruik gemaakt van Business Role of Actor, afhankelijk van het gekozen actieve structuur element binnen de enterprise modellering.

  • Conceptueel Data Model als ArchiMate Business Object
    Hier worden de CDM business object elementen gekoppeld aan de business roles. Het CDM wordt hiermee uitgebreid naar de governance.

  • Verschijningsvorm is een matrix
    Naast diagrammen met een graaf kan hier voor goed overzicht ook een matrix worden gebruikt.

  • Relatie op basis van een ArchiMate associatie
    Zwaktse relatie om aan te geven dat er een assiociatie is.

  • Relatie wordt verrijkt met een of meerdere letters uit de RASCI codering
    Hiermee wordt de associatie verrijkt met een lettercombinatie.

  • RASCI staat voor Responsible, Accountable, Supportive, Consulting en Informing.

  • Hergebruik de ArchiMate elementen die zijn uitgewerkt in andere governance modellen
    Er is sprake van een modeluitbreiding, draag daarbij zorg dat de elementen reeds aanwezig hergebruikt worden.

Modelleerconventie voor data architectuur

Dit is een voorbeeld van modelleer- en naamgevingsconventies die ingezet kan worden binnen een architectuur repository. Deze uitwerking is een voorbeeld hoe je een metamodel en de conventies kunt uitwerken. In dit geval voor een data architectuur uitwerking.
Het metamodel is uitgewerkt op basis van het DMBoK raamwerk. Dit houdt in dat een deel van het raamwerk wel uitgewerkt is en de anderen nog niet. Hier is met name vanuit het gezichtspunt van de data architect een uitwerking van modelleerconventies en architecturele modellen.
Voor het werken met meta data geldt een whitepaper over de modelleerwijzen rond metadata.

Organogram

Beschrijving van de structuur van de organisatie op basis van bedrijfsrollen en/of - actoren. Veelal gebaseerd op een bestaand enterprise architectuur framework.

Twee factor authenticatie

Twee-factor authenticatie (2FA) is een beveiligingsmethode die een extra laag bescherming toevoegt naast je wachtwoord. Het vereist dat je, naast je wachtwoord, een tweede factor invoert om toegang te krijgen tot je account. Dit kan iets zijn dat je weet (zoals een pincode), iets dat je hebt (zoals een smartphone voor een authenticator app of sms-code), of iets dat je bent (zoals een vingerafdruk of gezichtsherkenning).

Een web publicatie platform voor Sparx Enterprise Architect

Enterprise Architect webviewer op basis van Form Factory CMS

Interactory Architectuur Repositories

Verschillende soorten architectuur repositories op basis van het Interactory Framework

Interactory.nl wordt data-docent.nl

Overgang van Interactory.nl naar data-docent.nl

Welcome to the Interactory publications

Welcome page

Welkom bij de Interactory publicaties

Welkom pagina

Bedrijfslaag basis

Voor de urenadministratie wil Giovanna een ArchiMate proces uitwerken bestaande uit:

  • Urenregistratie

  • Controleer uren

  • Salarisverwerking


Bepaal eventueel je viewpoint
Maak een ArchiMate diagram van dit proces en
Verzin er zelf een aantal rollen/actoren bij

Bedrijfslaag viewpoint

Doel:
Inzicht geven in de te realiseren bedrijfsprocessen en functies en de toewijzing naar actoren. Ondersteuning door de onderliggende applicaties en technologie.
Verplicht:
Afhankelijk van de omvang kan deze gecombineerd worden met de applicatie view en technologie view in een overzichtsview.

Bezorging Collaboration proces

Een detailproces model in BPMN van de bezorging waarin niet alleen de procesactiviteiten en events zijn gemodelleerd maar ook de swimminglanes, de actor die het proces uitvoert. Daarnaast een model met data objecten die een procesactiviteit ingaan of er uitkomen voor een ander proces.

Data governance eigenaren en stewards

Model in ArchiMate van de rollen en actoren die gemodelleerd worden als data eigenaar en data steward als stakeholders in data governance.

Data strategie eigenaren en stewards

Model in ArchiMate van de rollen en actoren die gemodelleerd worden als data eigenaar en data steward als stakeholders in data governance.

Data strategie stakeholder model

Voor data governance zijn een aantal stakeholders van belang. Met name een uitwerking van de stewards en eigenaren van verschillende data domeinen of data objecten is bij deze relevant.
Wil je een precieze detaillering van wie eigenaar, steward of custodian is kan een uitbreiding van het model wenselijk zijn. Bijvoorbeeld door de stakeholder met behulp van business actoren de governance precies te definieren.

Data strategie stakeholder model

Voor data governance zijn een aantal stakeholders van belang. Met name een uitwerking van de stewards en eigenaren van verschillende data domeinen of data objecten is bij deze relevant.
Wil je een precieze detaillering van wie eigenaar, steward of custodian is kan een uitbreiding van het model wenselijk zijn. Bijvoorbeeld door de stakeholder met behulp van business actoren de governance precies te definieren.

Thuisbezorging DataFlow

Data Flow Diagram van de thuisbezorging bestaande uit externe actoren, processtappen, stromen van data en eventueel een data store.

Tijdregistratie Collaboration

Een detailproces model in BPMN van tijdregistratie waarin niet alleen de procesactiviteiten en events zijn gemodelleerd maar ook de swimminglanes, de actor die het proces uitvoert. Daarnaast een model met data objecten die een procesactiviteit ingaan of er uitkomen voor een ander proces.

Tijdregistratie Data Flow

Data Flow Diagram van de tijdregistratie bestaande uit externe actoren, processtappen, stromen van data en eventueel een data store.

Tijdsregistratie Bedrijfsdata landschap diagram

Een model waarin de tijdregistratie wordt weergegeven in de vorm van bedrijfsfuncties gecombineerd met de data die geproduceerd of geconsumeerd wordt in de vorm van business objecten. Daarnaast de bedrijfsactoren of -rollen die toegewezen zijn aan de bedrijfsfuncties.

Bedrijfsdata landschap

Het bedrijfsdatalandschap verbindt data objecten in een conceptueel data model en legt daarbij een verbinding naar bedrijfsactiviteiten en de - actoren betrokken bij de uitvoering van deze bedrijfsactiviteiten. Hiervoor worden een aantal diagrammen uitgewerkt op basis van ArchiMate.

CRUD

CRUD staat voor Create, Read, Update en Delete en de matrix geeft aan wie deze bewerkingen op een data entiteit mag uitvoeren. Het is daarmee een eenvoudig hulpmiddel om inzichtelijk te maken wat enerzijds de autorisaties zijn van bepaalde entiteiten zoals rollen, actoren maar ook bedrijfsfuncties en -processen. Anderzijds kan de matrix gebruikt worden welke bewerking door een bepaalde entiteit wordt uitgevoerd, waarbij het niet de autorisatie aspecten belicht maar meer ingaat op de dynamische kenmerken van gedragsentiteiten op de gegevensentiteiten
CRUD matrices zijn voor verschillende doeleinden te gebruiken, waarbij opvallend is dat dit zowel in de ontwikkelfase als in de beheerfase hulp biedt. Als laatste is te noemen dat de CRUD matrix op meerdere abstractieniveaus toegepast kan worden.

Metadata

Data patronen zijn generieke oplossingen voor frequent terugkerende meta data problemen. Voor dataverwerking en -vergaring is dit kenmerkend rond meta data. Dataverwerking en -transformatie is van zichzelf al een uitdaging. De behoefte om op adequate wijze ook de meta data te verzamelen en te registreren is daarmee een extra complicerende factor. In onderstaande paragrafen worden daarom een aantal kenmerkende meta data patronen beschreven.

Modelleerconventie voor data architectuur

Dit is een voorbeeld van modelleer- en naamgevingsconventies die ingezet kan worden binnen een architectuur repository. Deze uitwerking is een voorbeeld hoe je een metamodel en de conventies kunt uitwerken. In dit geval voor een data architectuur uitwerking.
Het metamodel is uitgewerkt op basis van het DMBoK raamwerk. Dit houdt in dat een deel van het raamwerk wel uitgewerkt is en de anderen nog niet. Hier is met name vanuit het gezichtspunt van de data architect een uitwerking van modelleerconventies en architecturele modellen.
Voor het werken met meta data geldt een whitepaper over de modelleerwijzen rond metadata.