Dit voorbeeld toont een werkwijze op basis van de inzet een architectuurtool. Dit architectuurtool is een CDM-modelleeromgeving met de mogelijkheid om de gegevensentiteiten te relateren aan applicaties, services en andere architectuurconcepten.
De werkwijze voor het modelleren van APM en inzet van applicatierationalisatie bestaat uit de volgende activiteiten:
- Lijst van applicaties. Het in kaart brengen van de aanwezige applicaties en informatiesystemen. In het bijzonder in grote organisaties of in organisaties met meerdere locaties kan dit een complexe activiteit zijn.
- Lijst van gegevensentiteiten. Parallel aan het opstellen van een lijst van applicaties kan een lijst van gegeven of bedrijfsentiteiten opgesteld worden.
- Het categoriseren van lijsten. Deel beide lijsten in naar categorieën bijvoorbeeld op basis van genericiteit of op basis van toekomstvastheid. Maak hier sub modellen van en leg hierbij de onderlinge relaties van de entiteiten vast.
- Het toetsen van het model. Toets het model van de lijsten, categorieën en onderlinge relaties bij de stakeholders. Houd er rekening mee dat vooral rond de applicaties die uit gefaseerd gaan worden er weerstand kan ontstaan bij de diverse belanghebbenden.
- Het implementeren van een rationalisatieproject. Voer de activiteiten rond het uitfaseren, samenvoegen en inrichten van nieuwe informatiesystemen op projectmatige wijze uit. Afhankelijk van de omvang van de organisatie of het applicatielandschap kan dit in één rationalisatieproject of meerdere aan elkaar gerelateerde projecten plaatsvinden. Draag er zorg voor dat deze projecten vanuit architectuur begeleid worden. Dit omdat zij een beeld hebben van de gewenste situatie maar ook van veranderde behoeften in de organisatie.