Gegevens viewpoints

Doel: Inzicht geven in de te realiseren informatie en data entiteiten, op ten minste één van de drie niveaus van de enterprise architectuur.Verplicht: Afhankelijk van de omvang kan deze gecombineerd worden met de applicatie view en technologie view in een overzichtsview.

Diagram in standaardweergave

Data Object

Een dataobject vertegenwoordigt data die gestructureerd is voor geautomatiseerde verwerking. Een dataobject moet een op zichzelf staand stukje informatie zijn met een duidelijke betekenis voor de organisatie, niet alleen voor applicatieniveau. Een dataobject modelleert doorgaans een objecttype waarvan meerdere exemplaren in operationele applicaties kunnen bestaan.NaamgevingsconventiesGebruik: Zelfstandig naamwoord in het enkelvoud. Bijvoorbeeld: Zoekvraag, Zoekresultaat Logische naam. Vermijd technische namen als dossier, database.

Details van Data Object

BusinessObject

Een bedrijfsobject vertegenwoordigt een concept dat binnen een specifiek bedrijfsdomein wordt gebruikt. Een bedrijfsobject wordt gebruikt om een ​​objecttype te modelleren waarvan meerdere exemplaren binnen de organisatie kunnen bestaan. In dit geval kan het worden gerealiseerd als een dataobject of representatie. Het kan ook worden gespecialiseerd door een ander bedrijfsobject. Bedrijfsobjecten zijn passief. Ze activeren of voeren geen processen uit.NaamgevingsconventiesGebruik: Zelfstandig naamwoord in het enkelvoud. Bijvoorbeeld: Factuur, polis, Storingsmelding Logische naam. Vermijd technische namen.

Details van BusinessObject

Artifact

Een artefact vertegenwoordigt een stukje data dat wordt gebruikt of geproduceerd in een softwareontwikkelingsproces, of door de implementatie en werking van een IT-systeem. Een artefact vertegenwoordigt een tastbaar element in de IT-wereld. Het wordt doorgaans gebruikt om (software)producten te modelleren, zoals bronbestanden, uitvoerbare bestanden, scripts, databasetabellen, berichten, documenten, specificaties en modelbestanden.Gebruik: zelfstandig naamwoord op basis van de organistie naamgeving van de organisatie van tabellen in databases, xml files etc.

Details van Artifact

Bedrijfsproces

NaamgevingsconventiesGebruik: Werkwoord in de gebiedende wijs gevolgd door een zelfstandig naamwoord (enkelvoud), bijvoorbeeld: Controleer order, maak offerte, Meldt storing. Vermijd Beheer, verwerk, registreer ……

Details van Bedrijfsproces

Application Function

Een applicatiefunctie vertegenwoordigt geautomatiseerd gedrag dat kan worden uitgevoerd door een applicatiecomponent. Een applicatiefunctie beschrijft het interne gedrag van een applicatiecomponent. Indien dit gedrag extern wordt blootgesteld, gebeurt dit via een of meer services. Een applicatiefunctie kan een of meer applicatieservices realiseren. Applicatieservices van andere applicatiefuncties en technologieservices kunnen een applicatiefunctie bedienen. Een applicatiefunctie kan toegang krijgen tot dataobjecten. Een applicatiecomponent kan worden toegewezen aan een applicatiefunctie (wat betekent dat de applicatiecomponent de applicatiefunctie uitvoert).NaamgevingsconventiesGebruik: werkwoord. Voorbeeld: Factureren, Zoeken, Indexeren.

Details van Application Function

Business Service

Een Business Service vertegenwoordigt expliciet gedefinieerd gedrag dat een Business Rol, Business Actor of Business Collaboration aan zijn omgeving blootstelt. Een Business Service wordt gedefinieerd als de extern zichtbare (logische) functionaliteit die betekenisvol is voor de omgeving en wordt gerealiseerd door bedrijfsgedrag (Business Process, Business Function of Business Interaction). Een Business Service stelt de functionaliteit van Business Rollen of Collaborations beschikbaar aan hun omgeving. Deze functionaliteit is toegankelijk via een of meer bedrijfsinterfaces.NaamgevingsconventiesGebruik: Zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: Samenwerking, Berichtuitwisseling Extra: Naam uit de PDC (ing-vorm).

Details van Business Service

Technology Function

Een technologische functie vertegenwoordigt een verzameling technologisch gedrag dat door een knooppunt kan worden uitgevoerd. Een technologische functie beschrijft het interne gedrag van een knooppunt; voor de gebruiker van een knooppunt dat een technologische functie uitvoert, is deze functie onzichtbaar. Als het gedrag extern zichtbaar is, gebeurt dit via een of meer technologische services. Een technologische functie abstraheert van de manier waarop deze wordt geïmplementeerd.NaamgevingsconventiesGebruik: zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld Backup en Restore, Printing, Scanning, Searching (ing-vorm).

Details van Technology Function

Application Service

Een Application Service vertegenwoordigt een expliciet gedefinieerd, openbaar applicatiegedrag. Een Application Service stelt de functionaliteit van componenten beschikbaar aan hun omgeving. Deze functionaliteit is toegankelijk via een of meer applicatie-interfaces. Een Application Service wordt gerealiseerd door een of meer applicatiefuncties die door de component worden uitgevoerd. De service kan dataobjecten vereisen, gebruiken en produceren. Een Application Service moet een gedragseenheid bieden die op zichzelf nuttig is voor de gebruikers. De service heeft een doel, dat dit nut voor de omgeving aangeeft.NaamgevingsconventiesGebruik: Zelfstandig naamwoord in de ing vorm. Bijvoorbeeld: Transactieverwerking, Indexering.

Details van Application Service

Bedrijfsfunctie

Een bedrijfsfunctie vertegenwoordigt een verzameling bedrijfsgedragingen op basis van een gekozen set criteria (doorgaans vereiste bedrijfsmiddelen en/of competenties), nauw verbonden met een organisatie, maar niet noodzakelijkerwijs expliciet aangestuurd door de organisatie. Bedrijfsprocessen beschrijven een stroom van activiteiten. Bedrijfsfuncties groeperen activiteiten op basis van de vereiste vaardigheden, kennis en middelen. Een bedrijfsproces vormt een reeks bedrijfsfuncties.NaamgevingsconventiesGebruik: werkwoord. Voorbeeld: Ondersteunen, Service managen.

Details van Bedrijfsfunctie

Technology Service

Een technologische service vertegenwoordigt expliciet gedefinieerd, blootgesteld technologisch gedrag. Een technologische service stelt de functionaliteit van een knooppunt bloot aan zijn omgeving. Deze functionaliteit is toegankelijk via een of meer technologische interfaces. Het kan artefacten vereisen, gebruiken en produceren. Typische technologische services kunnen bijvoorbeeld berichten-, opslag-, naamgevings- en directoryservices omvatten. Het kan toegang krijgen tot artefacten, bijvoorbeeld een bestand met een bericht.NaamgevingsconventiesGebruik: Zelfstandig naamwoord in de ing vorm. Bijvoorbeeld: Messaging, Broadcasting.

Details van Technology Service